
Tijd voor een bakje troost
Als je iets maar vaak genoeg doet, word je vanzelf een expert. Na een jaar afbreken van onze oude stallen en bouwen van een nieuwe — in weer en wind — vind ik het de hoogste tijd voor een nieuwe functietitel: koffiezetexpert.
Bij ons op de boerderij is het simpel en eigenlijk vanzelfsprekend: wie hier werkt, krijgt koffie. Geen flitsende cappuccino’s, geen havermelkvarianten. Gewoon een warme mok troost uit de pot. En geloof me, dat gebaar wordt gewaardeerd. Dat weten we inmiddels uit ervaring. Een cafeïnestoot levert namelijk meer dan alleen energie — het zorgt voor verbinding.
Maar koffie heeft zijn prijs. Het kost geld, tegenwoordig zelfs heel veel geld, en het is één van de eerste uitgaven waar gemakkelijk een streep door te zetten is. Het effect van wel of geen koffie is niet meetbaar; je weet alleen wat je hebt bezuinigd op de boodschappen. Maar wat blijft er hangen bij de bouwvakkers die bij ons aan de slag zijn? Negatieve zaken vertel je sneller aan een ander dan positieve. Dus voor je het weet sta je bekend als ‘die zunigers’ en voeren ze hun werk ook minder goed uit.
Nu de stallen bijna gereed zijn, kijken we met extra aandacht naar de afspraken die gemaakt worden voor een dierwaardige houderij. Het is een plan vol regels en ambities met hier en daar een realiteitscheck. Sommige punten begrijp ik en staan dicht bij wat we al doen. Het zijn de andere punten waar ik me zorgen over maak. Want wat als we na al die investeringen volgens sommige partijen nog steeds niet dierwaardige werken? Waar houdt het op?
En hoe haalbaar is alles? Zes weken een kalf uit een speen laten drinken? Maar als een kalf na vier weken al 85 kilo weegt? Wat doen we dan met die andere twee weken? De eerste bezuiniging heb ik inmiddels al te pakken: mijn sportschoolabonnement kan opgezegd worden.
'Ik ben blij dat onze jonge dieren binnen staan, goede zorg krijgen en een dierwaardig leven leiden'
Ook de benodigde vierkante meters oppervlak per kalf zijn een lastig punt. Meer ruimte per dier betekent minder dieren op je bedrijf. Op zich prima, maar wie gaat dat betalen? De consument, de overheid, onze contractgevers of komt het toch op het bordje van de kalverhouder terecht. En is het bewezen dat een kalf ook gebaat is met die extra ruimte? Daarbij: als je een maat per kalf aanhoudt, heb je ook weer hokken waar niet één maar twee kalveren minder in kunnen, omdat de afronding van de vierkante meters niet klopt. Beter kunnen we kijken naar de leefruimte van een groep kalveren.
We dromen van een ideale wereld: een dartelend kalf in de wei, geen stallen, geen hokken — alleen zonlicht en groene bomen. Maar dat het in Nederland gemiddeld genomen iets meer dan de helft van de dagen regent, het zomers buiten bloedheet is en ’s winters stervenskoud kan zijn, daar houden we in onze ideale wereld geen rekening mee. Het is mooi dat melkkoeien in de zomer naar buiten kunnen, maar ik ben blij dat onze jonge dieren binnen staan, goede zorg krijgen en een dierwaardig leven leiden. Dat hebben ze nu al volop en kan wellicht nog beter. Wij als gezin werken er graag aan mee, maar geven ook aan dat er grenzen zijn. Ik weet dat dit ook geldt voor de andere veesectoren in Nederland.
Als we blijven dromen zonder realiteitszin, verdwijnen de idyllische boerenlandschappen uit Nederland. Een land zonder boerderijdieren? Ik moet er niet aan denken: geen koeien, kalveren, varkens, kippen en geiten? Het is een angstbeeld. En precies daarom… verlang ik naar een goede pot troost.
Evelien Smit
Kalverhoudster in Nieuweoord
Lees ook
Meest gelezen
Agenda
-
Er zijn momenteel geen evenementen gepland