Hoge nuka-prijs tikt vooral door bij jong rosé

Van 240 euro in de eerste week van het jaar tot meer dan 500 euro eind juli: de prijs van een zwartbont kalf (categorie 50+ kg) is in de eerste helft van 2025 geëxplodeerd. Ook die lichtere categorieën hebben dezelfde prijsontwikkeling doorgemaakt. De reden is bekend: weinig afkalvingen op melkveebedrijven en daardoor een laag aanbod aan jonge kalveren. Vertaald naar de karkasgewichten bij slacht, waren kalverhouders met jong rosé in het begin van het jaar ongeveer 1,40 euro per kilo kwijt voor de aanschafkosten van hun jonge dieren. In juli van dit jaar is dit gestegen naar 2,90 euro per kilo; een stijging van 1,50 euro die slechts voor een deel wordt vergoed door een hogere prijs van het kalfsvlees.

Rekensom oud rosé gunstiger
Ook oud rosé heeft te maken met duurdere nuka’s, maar voor deze categorie pakt de rekensom gunstiger uit. Omdat oud rosé op een oudere leeftijd wordt geslacht, tikken de aanschafkosten van een nuka minder hard door in de geslachte kilo’s. Begin 2025 was het aandeel nuka-kosten ongeveer 1,10 euro per kilo karkas. In juli 2025 is dit voor oud rosé opgelopen tot 2,30 euro per kilo. Het voordeel voor oud rosé - ten opzichte van jong rosé - is hiermee opgelopen van 30 cent per kilo karkas in januari tot 60 cent in juli (zie grafiek). Dit verschil kom niet tot uiting in een hogere uitbetaalprijs van jong rosé. 
Vanuit verwerkers van jong rosé wordt een nuance aangebracht in bovenstaande berekening. Het verschil tussen jong en oud rosé is niet één op één te vertalen naar een beter rendement voor oud rosé omdat de bezettingsgraad bij oud rosé lager is. Dit argument neemt echter niet weg dat dat de prijs van jong rosé in 2025 duidelijk hoger had moeten liggen om een vergelijkbaar rendement te behalen als oud rosé. Als het krappe aanbod nuka’s in de toekomst aanhoudt, zullen verwerkers van jong rosé kalverhouders een meerprijs moeten bieden om het concept jong rosé in stand te houden.

Niet zomaar overstappen
Een belrondje langs kalverhouders met jong rosé laat echter zien dat ze niet zomaar overstappen op oud rosé. Er zijn meerdere redenen waarom ze vasthouden aan hun keuze. Zo is jong rosé beter te plannen: kalveren gaan stipt vóór acht maanden leeftijd weg waardoor er een strakke structuur ontstaat in de bedrijfsvoering. Ook het stierengedrag is veel minder waardoor er minder problemen optreden. “Je gaat niet je bedrijfsopzet aanpassen nu er tijdelijk een voordeel is voor oud rosé”, laat een kalverhouder met jong rosé weten.
Vanuit de verwerkers van jong rosé wordt onderschreven dat er op dit moment een voordeel is voor oud rosé. Omdat de marktprijs in een stijgende lijn heeft gezeten, is het aantrekkelijk om de kalveren ouder en dus zwaarder te laten worden. Maar in een dalende markt valt dat voordeel weg. Verwerkers van jong rosé zien daarom meer in het vasthouden aan de bedrijfsstrategie dan in switchen bij elke wijziging.

Minder leegstand met oud
Oud rosé heeft echter nog een ander voordeel als de nuka-markt krap blijft. Er ontstaat dan immers meer leegstand op de bedrijven. Omdat houders van jong rosé niet kunnen schuiven met de slachtdatum, zullen zij meer leegstand hebben dan kalverhouders met oud rosé. Een koppel oud rosé kan enkele weken langer blijven staan. De extra kilo’s die ze dan groeien, leveren geld op.
Erik Versteeg van Vallei Accountants Agri heeft nog niet gerekend aan de kostprijs van beide soorten rosé in 2025, maar kan zich voorstellen dat kalverhouders van oud rosé met hoge nuka-prijzen beter af zijn. Toch ziet hij het huidige kostprijsverschil als iets tijdelijks. “Een markt gaat altijd zijn balans zoeken. Ik verwacht dat dit spel nu zal ontstaan.” Uiteindelijk balanceert de verhouding tussen jong en oud rosé zich uit en zal het huidige kostprijsverschil weer nivelleren, verwacht hij.