‘Handelaar maximaliseert prijs, maar bewaakt ook kwaliteit’

Wat is de belangrijkste functie van de veehandelaar op het melkveebedrijf?
“Het belangrijkste is toch wel de prijsstelling. We zitten tussen melkveehouder en kalverintegraties in. Melkveehouders willen een maximale prijs voor hun kalveren. Integraties willen zo goedkoop mogelijk inkopen. Zonder ons zou de prijs van de kalveren lager zijn. Dus daarin hebben we zeker een functie voor de melkveehouderij.”

Naast prijs is ook de kwaliteit van het kalf een belangrijk item. Er lopen verschillende initiatieven binnen de melkveehouderij met als doel minder uitval en gezondere kalveren. Op welke manier zijn melkveehouders met de kwaliteit van kalveren bezig?
“Je merkt dat melkveehouders zich tegenwoordig veel bewuster zijn van de kwaliteit van hun kalveren. Dat komt ook door hulpmiddelen zoals de KalfOK-score en het aantal dierdagdoseringen, waarmee het antibioticagebruik in kaart gebracht wordt. De KalfOK-score geeft onder andere inzicht in het aantal succesvol gestarte vaars- en stierkalveren. Als het misgaat in de gezondheid is dat dus direct te zien in die score.”

Wat zijn de grootste veranderingen die jullie zien bij de opvang van pasgeboren kalveren op het melkveebedrijf?
“We merken dat melkveehouders de laatste jaren flink geïnvesteerd hebben in eenlingboxen en iglo’s. Op veel bedrijven waar ik kom, houden melkveehouders een sanitaire leegstand aan. Dat betekent dat ze altijd meerdere kalverplaatsen leeg hebben staan waardoor de besmettingsdruk lager is. Dat was voorheen niet zo. Ook zie ik dat er geïnvesteerd wordt in kunststof eenlingboxen in plaats van hout. Dat is veel hygiënischer. In hout kunnen ziektekiemen achterblijven. Kunststof is na reinigen en ontsmetten brandschoon.” 

Welke rol heeft de veehandelaar op het melkveebedrijf als het om de kwaliteit van een kalf gaat?
“Wij beseffen ons dat wanneer wij geen goede kalveren leveren, de integraties geen goede resultaten kunnen behalen. We moeten dus wel een dier aanbieden waarmee zij verder kunnen. Een veehandelaar is daarom ook een poortwachter: hij bepaalt of het kalf voldoende is om naar de kalverhouderij te gaan. Ik zie het als een samenspel tussen alle partijen.”

Is het Kalfvolgsysteem voor veehandelaren een bruikbaar hulpmiddel?
“Het Kalfvolgsysteem zorgt er voor dat alle data kloppen. Samen met de andere programma’s zoals KalfOK en dierdagdoseringen worden daardoor nog maar weinig slechte kalveren geleverd. Ik merk onder jonge veehandelaren dat ze heel bewust bezig zijn met data. Sommige oudere handelaren hebben daar meer moeite mee. Die doen het op de manier zoals ze dat gewend zijn. Maar die groep wordt steeds kleiner.”

Hoe gaat een veehandelaar om met conflicterende belangen? Bijvoorbeeld als een handelaar vindt dat een kalf nog niet goed genoeg is voor de kalverhouderij maar een collega-handelaar - die ook op het erf komt – het kalf toch koopt?
“Om eerlijk te zijn denk ik dat die eerste handelaar dat kalf niet laat schieten en hem ook koopt. Wel zie je dat er meer binding ontstaat tussen integratie en handelaar. Dus dat er meer vaste verkoopkanalen ontstaan. De boer op en kopen wat je kopen kunt, wordt minder. Dat vind ik een goede ontwikkeling.”

Welke veranderingen zie je nog meer optreden?
“Naast die sterkere binding tussen handelaar en integratie denk ik dat we nog meer automatisering krijgen, bijvoorbeeld bij het aanmelden van kalveren door de melkveehouder. Via een app of een speciaal programma gaan melkveehouders hun dieren aanmelden. Veehandelaren die heel de dag rondrijden gaan verdwijnen. We worden meer een logistieke dienstverlener.”

In Duitsland zijn de jonge kalveren vanaf eind 2022 vier weken oud als ze het melkveebedrijf verlaten. Wat vindt uw branche van deze ontwikkeling?
“De geluiden zijn wisselend. Sommige zeggen dat het lastiger wordt omdat de kalveren veel zwaarder zijn tijdens het laden. Anderen zeggen dat het eenvoudiger wordt omdat de kalveren makkelijker de klep op lopen. Dus de meningen zijn verdeeld. Wel denken we dat deze ontwikkeling op termijn ook in Nederland aan de orde is.”

Welke gevolgen zou dat hebben voor melkveehouders?
“De kalveren moeten langer gevoerd worden en er moet een derde tot de helft meer kalverplaatsen bij gemaakt worden om pieken op te vangen. De prijs van kalveren zal zeker omhoog gaan. De opfokkosten van de stiertjes zullen 40 tot 50 euro stijgen. Die prijs zullen integraties ook moeten betalen, anders worden melkveehouders zuinig met het voer en dat komt de kwaliteit niet ten goede. Wel hoop ik dat meer melkveehouders een goede afleverplaats hebben voor de kalveren. Nu moeten we soms een hele stal door met die jonge kalveren. Met oudere kalveren wordt dat lastig. Ook wat betreft hygiëne is het niet wenselijk. Wij komen overal. Het is beter als een melkveehouder de kalveren verzamelt op een plaats waar wij ze makkelijk kunnen laden.”