%E2%80%98Een+kalf+is+geen+nerts+of+baby%E2%80%99
Nieuws

‘Een kalf is geen nerts of baby’

Kalversector en Dierenbescherming overleggen met elkaar hoe ze een verdere invulling kunnen geven aan het convenant Dierwaardige Veehouderij. Hans Hopster, diergedragswetenschapper, geeft de discussiërende partijen een paar tips: “Ga uit van het natuurlijk gedrag van kalveren, maar ga daar niet te dogmatisch mee om.”

Het laatste jaar is er door partijen veel gepraat over het convenant dierwaardige veehouderij. U hebt dit van een afstand gevolgd. Hoe kijkt u als wetenschapper naar dit proces?
“Over het proces ben ik niet ontevreden. Je moet met elkaar oplossingen verzinnen die realiseerbaar zijn. Je kunt niet dwars door de bocht je eisen afdwingen. Veranderingen gaan stapsgewijs. Wèl is het belangrijk om met elkaar een stip op de horizon te zetten waar je heen wilt bewegen. Dat lijkt nu te gebeuren. In dit proces kun je uiteindelijk niet alléén het dier centraal stellen, want dan vergeet je andere zaken die ook belangrijk zijn. Het moet ook haalbaar zijn en veehouders moeten er hun boterham mee kunnen verdienen.”

'De kalverhouderij is onderdeel van ons voedingspartroon. Je mag in je handjes knijpen dat de kalverhouderij 'het probleem' van de overtollige kalveren oplost.'

De standpunten van sector en Dierenbescherming liggen ver uit elkaar. Wat vindt u van de standpunten van de Dierenbescherming?
“De Dierenbescherming leunt sterk op het wetenschappelijk rapport van de Europese voedselveiligheidsautoriteit EFSA, bijvoorbeeld dat elk kalf minimaal 30 vierkante meter leefruimte moet hebben. Maar deze norm wordt door de wetenschap betwist en vraagt om een gedegen onderbouwing. Want als je zulke stappen neemt, is het einde kalverhouderij. Vergelijk dat eens met de nertsenhouderij. De nertsen zijn uit Nederland verdwenen omdat we bontproductie niet langer een legitieme reden vonden om daarvoor dieren de beperkingen van houderij op te leggen en ze daarvoor te doden. Beide sectoren hadden gemeen dat de producten voornamelijk werden geëxporteerd. Maar er is ook een belangrijk verschil. De kalverhouderij is vooralsnog onlosmakelijk verbonden met de melkveehouderij en is daarmee onderdeel van ons voedingspatroon. Je mag als melkveehouderij in je handjes knijpen dat de kalverhouderij het ‘probleem’ van de overtollige kalveren oplost.”

De Dierenbescherming wil ook dat kalveren in 2040 minimaal drie maanden bij de koe blijven. Wat vindt u daar van?
“Kalveren op laten groeien bij de koe is natuurlijk het mooiste wat er is. Maar je moet het wel kunnen ondersteunen wat betreft huisvesting, diergezondheid, management en arbeid. Als dat niet goed voor elkaar is, is het de vraag of het dierenwelzijn verbetert. Op dat punt zijn we nog niet zover dat dit op gangbare bedrijven haalbaar is. Nu verzorgt de boer of boerin het jonge kalf. Hij of zij behoedt het pasgeboren, kwetsbare, kalf voor blootstelling aan teveel ziektekiemen en vangt het op in een schoon en droog hok waar de melkopname en de gezondheid van het kalf zich gemakkelijk laat controleren. Deze aanpak is op gangbare bedrijven goed voor de gezondheid van het kalf en leidt ook tot socialisatie van het dier aan de mens. Dat heb je later nodig als je het dier moet hanteren, melken of insemineren. Dit socialisatieaspect is zwaar onderbelicht omdat de consequenties ervan pas op termijn ten volle zichtbaar worden. Probeer maar eens jongvee te vangen dat weinig in contact is geweest met mensen. Wat de uitwerking is van kalveren bij de koe op het gedrag bij volwassenheid en andere genetische effecten ervan, zie je pas over enkele generaties.”

Het EFSA-rapport adviseert om kalveren minimaal één dag bij de koe te laten voordat ze gescheiden worden.
“Dat is het domste wat je kunt doen. Vóór het afkalven ontwikkelt een koe maternaal gedrag, voornamelijk door hormonen. Na de geboorte van het kalf wordt dit in sterke mate gestuurd door zintuiglijke prikkels van het kalf. De koe ziet het kalf, ruikt het kalf, likt er aan, het kalf beweegt. Als je zintuigelijke prikkels wegneemt, ontwikkelt het maternaal gedrag zich veel minder. Dat zie je ook bij kalveren die dood geboren worden. Het maternale gedrag van de koe dooft dan vaak snel uit. Maternaal gedrag ontwikkelt zich ook door ervaring over de lactaties heen. Bij vaarzen die voor de eerste keer afkalven, zie je dat ook. Sommigen weten niet hoe ze met het jonge kalf moeten omgaan, schrikken ervan en lopen weg. Het verzorgen van een kalf is voor de meeste koeien ongetwijfeld een positieve ervaring, maar je kunt je afvragen hoeveel last een koe ervan heeft wanneer je het kalf meteen na de geboorte verwijdert, zodanig dat de prikkels van het kalf de koe niet bereiken.”

In de discussies is weinig ruimte voor deze manier van denken.
“Als het om kalveren gaat, wordt in het publieke domein vaak de link gelegd met baby’s. Maar een rund is geen mens; tussen diersoorten zijn grote verschillen. Als je naakt en hulpeloos geboren wordt, zoals een baby, vraagt dat om langdurige, intensieve  maternale zorg. De achterneef van het rund daarentegen, een pasgeboren gnoe, kan binnen een half uur tot een uur al rennen en de kudde volgen. Dat vragen wij niet van onze baby’s. Runderen in het wild laten hun pasgeboren kalveren, afhankelijk van de predatiedruk, het liefst enkele dagen in het struweel liggen voordat ze bij de kudde komen. Ze zoeken het kalf een paar keer per dag op om het te voeden.”

Wat is uw advies aan de discussiërende partijen die bij het convenant betrokken zijn?
“Neem het natuurlijk gedrag als uitgangspunt, maar ga daar niet te dogmatisch mee om. Een voorbeeld: dieren in de natuur lopen soms kilometers per dag. Volgens de Dierenbescherming behoort dat dan tot het natuurlijk gedrag. Maar de vraag is wat de drijfveer van de dieren is om dat te doen. Is het lopen als zodanig een behoefte – zoals bij een ijsbeer - of doen ze dat omdat ze anders niet voldoende eten kunnen vinden? Dieren passen zich in het algemeen dynamisch aan hun leefomgeving aan. Dat maakt dat behoeften niet altijd vaste grootheden zijn, maar contextuele en in de tijd fluctuerende fenomenen.”

Hoe moet je dan een behoefte van een kalf formuleren?
“Je hebt basisbehoeften en facultatieve behoeften die minder noodzakelijk zijn, maar wel kunnen bijdragen aan het welzijn van een dier. Neem mijn hond. Die gaat - zoals ik dat noem – elke vrijdag naar de BSO, een dagopvang voor honden. Spelen met andere honden vindt hij namelijk ontzettend leuk. Is dat noodzakelijk? Nee. Draagt het bij aan het welzijn van mijn hond? Absoluut. Moet ik hem dit zeven dagen per week geven? Nee, want dan had ik geen hond hoeven nemen. Het gaat dus om de balans tussen zijn en mijn behoeftes. Overigens zijn er grote verschillen tussen individuele dieren, een andere hond voelt zich misschien niet fijn in een pension. Het zal dus altijd lastig zijn om het ieder dier op elk moment naar de zin te maken. Je vraagt van dieren altijd concessies. De centrale discussie is steeds: wat zijn de basisbehoeften, hoeveel gun je een dier, welke andere belangen spelen er en waar leg je uiteindelijk de lat. Dat moet je met elkaar afspreken. De noodzaak om het begrip dierwaardigheid in te vullen, is een goede aanleiding om dat gesprek met elkaar aan te gaan.”

Wat zijn basisbehoeften van een kalf?
“Naast biest en melk moeten jonge kalveren voldoende ruwvoer kunnen vreten. Het zijn immers herkauwers. Daarnaast is sociaal contact met leeftijdsgenoten erg belangrijk. Kalveren moeten met soortgenoten leven want het zijn kuddedieren. Maar hoeveel ruimte een kalf nodig heeft? Of de minimale hoogte van het hemoglobinegehalte in het bloed? Dat zijn lastige vragen omdat dit mede wordt beïnvloed door andere factoren. Datzelfde geldt voor lebmaagleasies waar over gesproken wordt. Kalveren zouden die krijgen door voeding en stress. Maar ik ken geen onderzoeken naar lebmaagleasies bij kalveren van zoogkoeien. Dus ik weet niet in hoeverre lebmaagleasies onder natuurlijker omstandigheden ook bij jonge kalveren voorkomen. Soms wordt iets met overtuiging gepresenteerd, maar is onduidelijk welke invloed het heeft op het welzijn van het dier.”

'Ik ben voorstander van een buitenuitloop. Runderen zijn met mooi weer graag buiten.'

Wat is volgens u een stip aan de horizon waar de kalversector naar toe zou moeten werken?
“Ik vind het belangrijk dat dieren exploratiegedrag kunnen vertonen, dus dat ze actief hun omgeving kunnen verkennen waarbij de zintuigen geprikkeld worden. Twee keer per dag melk en één keer ruwvoer krijgen is niet voldoende. Zo kan het zenuwstelsel zich niet voldoende ontwikkelen en worden dieren te weinig gestimuleerd. Het mag geen saaie omgeving zijn. Schuurborstels zoals die nu verplicht zijn gesteld, vind ik prima. Maar daarnaast ben ik voorstander van een buitenuitloop. Runderen zijn met mooi weer graag buiten, ze zien vogels voorbijkomen, er is wind, zon, frisse lucht, er gebeurt altijd wat. Dat is goed voor hun ontwikkeling. Daarnaast denk ik dat een zachte ondergrond belangrijk is voor kalveren, zoals stro of rubber. Tegelijkertijd moet je altijd voorzichtig zijn om iets als voorkeur te benoemen. Het kan een sterke of zwakke voorkeur zijn. Dat moet je goed vaststellen, wat best lastig is. In ieder geval moet je met elkaar een morele ondergrens afspreken van hetgeen je wilt.”

We zien ook dat meer welzijn kan bijten met milieueisen. Hoe moet je daar mee omgaan?
“Dertig vierkante meter leefoppervlak is ook dertig vierkante meter besmeurd oppervlak. De stikstofuitstoot neemt daardoor toe. Daar wil je rekening mee houden. Als je met elkaar discussieert over waar we naar toe willen, dan zal na afloop niet iedereen tevreden zijn. De grens ligt bij wat haalbaar en realiseerbaar is. Tot eind jaren negentig stonden kalveren in individuele boxen. Nu leven kalveren in groepen. Wat we goed vinden, verandert door de tijd omdat onze manier van kijken verandert. De huidige omstandigheden zijn zeker nog niet ideaal. Dus de sector zal stappen moeten zetten.”

Agenda

    Er zijn momenteel geen evenementen gepland

Meer agenda

De Stoppersregeling

Alle antwoorden op veel gestelde vragen

Klik hier

Stelling

Loading

Weer

  • Vrijdag
    14° / 9°
    60 %
  • Zaterdag
    13° / 6°
    5 %
  • Zondag
    12° / 6°
    20 %
Meer weer