Ierse melkveehouderij verder gegroeid

Door de groei blijft er een grote behoefte van de Ierse veehouderij om kalveren te exporteren naar andere EU-landen, waaronder Nederland. Ierland heeft een melkveestapel die in het voorjaar afkalft waardoor er een seizoensgebonden overschot aan jonge kalveren is. Vorig jaar betrof de export naar Nederland 47.000 dieren. Volgens gegevens van RVO komen er de laatste paar weken gemiddeld vijfduizend Ierse kalveren naar ons land. Vanaf juni stopt de import weer.

Gezien de jaarlijkse groei van de melkveestapel (in 2014 werden er nog 1,15 miljoen melkkoeien gehouden in Ierland) wil Teagasc dat meer restkalveren in het land blijven. Hiervoor heeft de Ierse agri&food organisatie het Dairy Beef 500-programma opgericht. Het aantal gehouden kalveren voor de rundvleesproductie in Ierland moet hiermee stijgen en de zuivel- en rundveesector zouden meer met elkaar moeten integreren. Teagasc ondersteunt bedrijven onder andere door gegevens over de prestaties te verstrekken zodat de economische en ecologische efficiëntie van rundvlees van de melkveestapel vergroot.

Stimulering van de rundvleesproductie in Ierland is ook nodig omdat in 2021 het aantal vleeskoeien is afgenomen met ongeveer 3 procent tot 890.000 stuks. De totale Ierse koeienstapel (melkkoeien en vleeskoeien samen) bedroeg in december 2021 2,39 miljoen stuks. Dat is vergelijkbaar met 2019 toen er 2,38 miljoen runderen werden gehouden. Toch zal het volume aan rundvlees uit Ierland afnemen omdat dieren jonger en lichter worden geslacht. Ierse producenten kiezen voor lagere karkasgewichten gezien de hogere productiekosten op boerderijniveau als gevolg van hogere uitgaven voor krachtvoer, energie en mest.