Stalvaccin als laatste redmiddel

Stalvaccins staan in de kalverhouderij nog in de kinderschoenen. Voor sommige bedrijven kan het uitkomst bieden.

Dat zegt Chris Cornelis, dierenarts bij Dopharma. Voor het toepassen van een vaccin dat gemaakt is van ziektekiemen die op een bedrijf aanwezig zijn, gelden strikte regels. Eerst moet gekeken worden of er een werkbaar vaccin beschikbaar is in Nederland of andere EU-lidstaten. Een stalvaccin mag ook alleen toegediend worden op het veehouderijbedrijf waarvan de ziektekiemen afkomstig zijn

Belangrijk bij het maken van een stalvaccin is om de primaire veroorzaker van de ziekte te pakken te krijgen en niet de ziektekiemen die secundair optreden. Naast vaccinatie moeten ook andere factoren die de gezondheid en immuniteit van het kalf negatief kunnen beïnvloeden goed aan te pakken. Wanneer dit niet gebeurt, zullen kalveren gevoelig blijven voor ziekteverwekkers en ook ziek worden. Cornelis constateert dat een stalvaccin gezien moet worden als een laatste redmiddel.

In België worden stalvaccins op dit moment op een aantal kalverbedrijven toegepast en in Nederland zijn ook de eerste stappen gezet. Dierenarts Hans Mensinga van Dierenkliniek Den Ham gelooft dat een stalvaccin voor sommige bedrijven uitkomst kan bieden. Hij denkt dan vooral aan bedrijven met rosékalveren die continu nieuwe kalveren opzetten en niet werken met all-in-all-out.

Volgens Cornelis zijn er ook mogelijkheden bij vleeskalveren. Ze geeft salmonella als voorbeeld. Deze bacterie kan ook op het bedrijf aanwezig blijven, ondanks secure reiniging en desinfectie tussen de ronden.

Lees het volledige artikel in De Kalverhouder die zaterdag 6 april verschijnt.