Banken twijfelen aan juridische houdbaarheid Brabants beleid

Volgens de NVB is het onzeker of de provincie Noord-Brabant stalaanpassingen kan aanmerken als ‘vergunningvrije’ maatregelen. Het beleid stelt dat veehouders hun ammoniakuitstoot kunnen verlagen met technieken uit een officiële menukaart, zonder dat daarvoor een natuurvergunning nodig is. Banken betwijfelen echter of zulke individuele maatregelen juridisch gezien gelden als passende beheermaatregelen voor hele Natura 2000-gebieden.

Ontbreken van jurisprudentie
Door het ontbreken van jurisprudentie over nieuwe technieken en onzekerheid over de borging van emissiereducties vrezen de banken rechtszaken en extra investeringskosten voor ondernemers. Dat leidt tot aanzienlijke rechtsonzekerheid voor ondernemers én financiers, schrijft de NVB. De banken wijzen erop dat de Raad van State binnenkort adviseert over een vergelijkbare landelijke maatregel voor vergunningvrije verduurzamingsactiviteiten. De NVB vindt dat Brabant dit advies moet afwachten om versnippering van beleid te voorkomen.

Gevolgen verdienvermogen boeren
De banken stellen dat het Brabantse beleid het verdienvermogen van agrarische bedrijven aantast. Doordat uitbreiding en omschakeling worden beperkt, zouden bedrijven minder ontwikkelingsruimte hebben. Investeringen in innovatie en dierenwelzijn – zoals voortvloeiend uit het Convenant Dierwaardige Veehouderij – worden volgens de NVB bemoeilijkt. Voor jonge boeren en bedrijven met uitbreidingsplannen kan dit volgens de banken leiden tot structureel verlies aan ontwikkelingsmogelijkheden, wat de continuïteit van de sector onder druk zet.

Oproep aan provincie en Rijk
De NVB adviseert de provincie om juridische risico’s beter te ondervangen, duidelijkheid te bieden over flankerende steunmaatregelen en ruimte te creëren voor bedrijfsontwikkeling, innovatie en omschakeling. Ook pleiten de banken voor een helder tijdpad voor vergunningverlening. Tot slot stellen de banken dat het stikstofbeleid niet alleen een provinciale, maar vooral een landelijke verantwoordelijkheid is. Het ministerie van landbouw zou volgens hen het voortouw moeten nemen om versnippering en onzekerheid te voorkomen.