EU zet stap richting toelating renure als kunstmestvervanger

Demissionair landbouwminister Femke Wiersma spreekt van “een enorme mijlpaal voor de Nederlandse land- en tuinbouw”. Volgens haar vragen boeren al jaren om de inzet van hoogwaardige verwerkte dierlijke mest in de plaats van kunstmest. "Renure helpt om de mestoverschotten te verminderen en waardevolle nutriënten uit eigen mest beter te benutten." De afhankelijkheid van kunstmest van buiten de EU neemt hierdoor af terwijl het mestbeleid duurzamer wordt met efficiënter grondstoffengebruik.
Ook LTO Nederland reageert positief. Voorzitter Ger Koopmans noemt het besluit een doorbraak: “Een lang gekoesterde wens komt dichterbij. We hebben hier jarenlang intensief in Brussel voor gelobbyd. Belangrijk is nu dat Nederland snel en werkbaar renure in de wetgeving opneemt, zodat boeren er ook echt gebruik van kunnen maken.”

Aanpassingen in voorstel
Om een meerderheid van lidstaten achter zich te krijgen, heeft de Europese Commissie het voorstel aangepast. Waar eerder sprake was van 100 kilo stikstof per hectare, mag renure nu worden toegepast tot 80 kilo stikstof per hectare bovenop de bestaande norm van 170 kilo stikstof uit dierlijke mest. De toegestane verwerkingsmethoden blijven gelijk, waaronder strippen en wassen van ammoniak voor de winning van ammoniumzouten. Ook de winning van mineralenconcentraten (uit omgekeerde osmose) en stikstofrijke fosfaatzouten (struviet) vallen onder renure. Er gelden wel strenge eisen voor zware metalen en pathogenen in deze renure-producten.

Minder afhankelijk van kunstmest
Renure staat voor REcovered Nitrogen from ManURE. In Nederland wordt al sinds 2009 ervaring opgedaan met deze technologie via pilots met mineralenconcentraat. Akkerbouwers en melkveehouders kunnen deze kunstmestvervanger buiten de dierlijke mestnorm benutten. Volgens Eurocommissaris Jessika Roswall (Milieu, Water en Circulaire Economie) draagt het huidige besluit bij aan veerkrachtige en duurzame landbouw: “Het gebruik van renure kan efficiënt nutriëntenbeheer ondersteunen, terwijl het veilig blijft voor het milieu. Het biedt flexibiliteit voor lidstaten en beschermt tegelijkertijd onze natuurlijke hulpbronnen.”

In nationale wetgeving
Binnen drie maanden stemmen ook het Europees Parlement en de Europese Raad over de wijziging van de Nitraatrichtlijn. Als er geen bezwaren komen, kan de Europese Commissie de wijziging definitief vaststellen. Vervolgens kunnen lidstaten renure opnemen in hun nationale wetgeving.