‘Grondgebonden afzet in regio, anders verwerken’

De bewindsvrouw wil met haar aanpak meer transparantie brengen in de meststromen van overschotbedrijven – zodat fraude wordt tegengegaan - en de mestverwerkingsketen verder professionaliseren. Eenvoud en eenduidigheid staan centraal in haar stelsel.

Grondgebonden melkvee- en rundvleesbedrijven produceren in de nieuwe visie mest voor gebruik op eigen bedrijf of voor de grond van een collega in buurt. Niet-grondgebonden veehouderijbedrijven moeten alle geproduceerde mest laten afvoeren en verwerken.

Schouten verwacht dat de intensieve veehouderij (varkens, pluimvee en vleeskalveren) over het algemeen zal kiezen voor het verwerken van mest. Het is voor deze sectoren echter ook mogelijk om te kiezen voor grondgebondenheid. Voor de melkveehouderij, die al voor een groot deel grondgebonden is, vindt ze het onwenselijk als de mest wordt verwerkt. Liever ziet ze dat de bedrijven de stap zetten naar grondgebonden groei.

Ook wil de bewindsvrouw de kwaliteit van het grondwater verder verbeteren. Intensieve vruchtwisseling met uitspoelingsgevoelige, ondiep wortelende teelten, zoals consumptieaardappelen en prei, op droge uitspoelinggevoelige zand- en lössgronden zal aan banden gelegd worden omdat dit leidt tot te hoge nitraatconcentraties in het grondwater en te veel belasting van het oppervlaktewater.