Groot gebrek aan Duitse kalveren

Duitsland heeft te maken met een sterk krimpende melkveestapel. Het aantal melkkoeien is tussen juni 2023 en juni 2024 met 2,8 procent gedaald tot 3,67 miljoen. De krimp in Duitsland verloopt daarmee veel sneller dan de gemiddelde daling van de melkveesector in de EU. Ook blauwtong speelt mee. In 2024 kreeg de Duitse melkveehouderij te maken met een grootschalige uitbraak van deze virusziekte. Hierdoor zijn koeien in de zomer minder snel drachtig geworden waardoor er dit voorjaar minder kalveren beschikbaar zijn.

Meer gesext sperma
Handelaren in Duitsland merken ook dat melkveehouders meer gebruik maken van gesext sperma om de weggevallen productiekoeien als gevolg van blauwtong weer op peil te brengen. Dit gaat ten koste van het aantal inseminaties met vleesrassen, zoals Belgisch blauw. Met de inzet van gesext sperma willen Duitse melkveehouders hun eigen veestapel op peil brengen en het overschot aan vaarzen verkopen. De internationale handel in fokvaarzen is momenteel lucratief.

'Eén week verlies van import vanwege MKZ in januari is in de weken daarna niet meer goedgemaakt'

Tot slot heeft ook de MKZ-uitbraak in Duitsland invloed op het aantal importkalveren. Toen in de derde week van januari er één week geen kalveren aangevoerd mochten worden op de Nederlandse bedrijven, zijn veel Duitse kalveren naar Duitse stierenmesters of naar Polen gegaan. Het verlies is de weken daarna niet goedgemaakt. Waar normaal gesproken 70 procent van de geïmporteerde kalveren een Duitse oorsprong heeft, is dat in de eerste zestien weken van 2025 gedaald naar 63 procent.
Het gat dat Duitsland achterlaat, wordt in Nederland enigszins opgevuld met Belgische, Deense en Ierse kalveren. Uit deze drie landen kwamen in de eerste zestien weken van dit jaar respectievelijk 4.000, 2.000 en 1.500 kalveren meer naar ons land. Het is echter niet genoeg om het tekort op te vullen. De totale import van 1 januari tot en met 20 april daalde van 254.000 naar 230.000 dieren.

Stopperregeling geen invloed
De stoppersregeling heeft geen invloed op de import. Er zijn volgens handelaren voldoende plaatsen beschikbaar in Nederland. Volgens hen is het aanbod jonge kalveren er dit jaar gewoonweg niet geweest. Dat geldt zowel voor de Nederlandse als de Duitse kalveren die normaal gesproken samen verantwoordelijk zijn 90 procent van alle vleeskalveren in Nederland. Het is wel de verwachting dat vanaf juli het aanbod jonge kalveren toeneemt omdat er door de uitgestelde tochtigheid vanwege blauwtong, in het najaar van 2024 meer koeien zijn geïnsemineerd.

Het aandeel Duitse kalveren is in een jaar tijd gedaald van 70 naar 63 procent van de totale import