'Belgische Blauwen zijn robuuster maar ook stressvoller'

“De bouw van het dier is mooi, ze zijn wat rustiger en het karakter is beter.” Henri Ruitenberg is een liefhebber van vleesrassen. Als hobby heeft hij enkele dikbilkoeien. In de kalverstallen met bijna 1.400 plekken lopen Belgische Blauwe kruislingen. “Ze zijn afkomstig van bewuste melkveehouders.”

Bij het rondje door de stal valt direct op dat de ruggen van de kalveren zijn geschoren, ze zijn nu achttien weken oud. Een bewuste keuze, vertelt Henri. “De Belgisch Blauwen hebben wat langer haar en ze staan enkele weken langer dan een gemiddeld kalf. Door ze te scheren kunnen ze hun warmte beter kwijt. Dit is vooral van belang in de herfst.” 
Vijftien jaar geleden namen Henri en zijn vrouw Miranda een bestaand kalverbedrijf met zevenhonderd plaatsen over in Putten. Eerst in maatschap met de vorige eigenaar, toen werkte Henri ook nog als klauwbekapper. Sinds 2013 zijn ze fulltime klaverhouder en groeide het bedrijf uit naar 1.366 plaatsen. “We doen het ook echt met z’n tweeën.”

Warme ontvangst
In de stallen liggen Belgisch Blauwe kruislingen. Meest met een zwartbonte moeder, een paar met roodbonte achtergrond. Bijna allemaal afkomstig van Nederlandse bedrijven. Ze krijgen in Putten een warm welkom. ’s Winters wordt een paar dagen voordat de eerste dieren komen met behulp van gaskappen toegewerkt naar een staltemperatuur van 16 graden. Henri: “De dieren hebben een reis gemaakt, komen in een andere omgeving, andere verzorgers. Wij willen zo snel mogelijk naar rust, reinheid en regelmaat. Rust is belangrijk, de stress moet er zo snel mogelijk uit. Belgisch Blauwen zijn iets gevoeliger voor stress dan zwartbonten, is mijn gevoel.”
De kalveren komen na aankomst direct in eenlingboxen en krijgen 2,5 liter water met elektrolyten voorgeschoteld. Miranda: “Voldoende drinken is heel belangrijk. De tweede keer krijgen ze al melk, maar als ze daar nog niet aan toe te zijn, krijgen ze nog een keer water.” Volgens Henri geven de kalveren zelf wel aan wanneer ze aan de volgende stap toe zijn. “Geen dwang. Dat is bij het voeren van belang. Een kalf valt eerder uit door te veel dan te weinig voer. Een kalverhouder moet beschikken over geduld. Als enige zien wij de kalveren minimaal twee keer per dag. We hebben een plan en houden ons daar zoveel mogelijk aan.” Maar een voerschema is in de ogen van Henri en Miranda een schema en geen dictaat.”

Aandacht is essentieel
Om zo te kunnen werken is aandacht essentieel. Henri en Miranda geven zelf aan dat ze goed naar de kalveren kijken, als het ware hun gedrag ‘lezen’. “We willen weten hoe ze het doen, hoe ze zich gedragen. Daar stemmen we het management op af. Het is ook belangrijk bij het loslaten in de groep, zo’n drie weken na aankomst. Een heel belangrijk moment. “ Op dat moment moeten ze voldoende ruwvoer opnemen, zodat hun pens goed werkt. “Dat kun je in de individuele babyboxen al goed zien.” De kalveren krijgen hun eerste ruwvoer op dag drie of vier na aankomst.  
Aan het loslaten in de groep besteden Miranda en Henri veel aandacht. Ze kijken bij het sorteren naar de snelle en de langzame drinkers, naar de grote en de kleine dieren, naar het ras. Ze willen per groep de variëteit zo klein mogelijk houden. Henri: “Het is best veel werk, maar als je daar veel energie insteekt, heb je daar de rest van de ronde profijt van.” De groepsgrootte varieert van zes tot veertien kalveren. “Een groep van twaalf of dertien vind ik het mooist. Dan zie je ook het meeste kuddegedrag en heb je het meeste balans in het hok.”

Robuuster
De kalveren blijven zo’n 29 weken op het bedrijf, het geslacht gewicht ligt rond de 190 kilo. Ze zijn bij aankomst gemiddeld 53 kilo, redelijk zwaar dus. Henri: “De Belgisch Blauwen zijn misschien wat stressgevoeliger, maar ze zijn ook robuuster. Ze kunnen wat meer hebben.” Hygiëne speelt desondanks een belangrijke rol op het bedrijf. Henri en Miranda dragen bijvoorbeeld altijd wegwerphandschoenen en de kalveren die het nodig hebben, krijgen in de eerste weken een eigen vaste speen. De uitval op het bedrijf ligt meestal rond de 1 procent.
De kruislingen komen volgens Henri over het algemeen van bedrijven met bovengemiddeld aandacht voor de kalveren. “Dat ze kiezen voor een kruising met Belgisch Blauw zegt al iets. Ze denken er over na. Dan mag je er ook vanuit gaan dat ze bewust voeren en zorg geven aan de kalveren.” Voldoende biest geven is daarbij cruciaal. Zeker als kalveren langer op het melkveebedrijf blijven staan. “Met voldoende biest kunnen melkvee-houders een verschil maken.”
 


Kalverhouders stemmen management af op type en ras

De variëteit in het type kalveren die melkveehouders aanbieden is groot. Op verzamelcentra worden de dieren gesorteerd op gewicht en kwaliteit. Vervolgens gaan ze naar verschillende kalverhouders die zich specifiek richten op dit type kalf.

Agenda

    Er zijn momenteel geen evenementen gepland

Meer agenda

De Stoppersregeling

Alle antwoorden op veel gestelde vragen

Klik hier

Stelling

Loading

Weer

  • Dinsdag
    23° / 10°
    10 %
  • Woensdag
    21° / 9°
    10 %
  • Donderdag
    20° / 9°
    10 %
Meer weer