LTO vraagt steun voor knelgevallen

De gevolgen van de coronacrisis zijn zeer divers. Naast een verminderde vraag naar producten - met name in de foodsector - is er ook minder vraag naar zorg op de zorgboerderijen. In de tuinbouw leven er veel vragen over quarantaineregels voor internationale werknemers. Sectoren die het hardst worden geraakt zijn de aardappelsector, voedingstuinbouw, kalverhouderij, multifunctionele landbouw en de pluimveehouderij. De na-ijleffecten van de huidige crisis kunnen op middellange termijn nog grote economische schade veroorzaken, voorziet LTO.

De belangenorganisatie roept het kabinet op om nationaal en internationaal alles in het werk te stellen om die schade te beperken en pleit voor snelle en substantiële ondersteuning. In de kalverhouderij betreft dit circa zeshonderd veelal rosékalverhouders die voor eigen rekening en risico jaarlijks 500.000 kalveren houden. Voor hen zijn financiële consequenties zeer groot omdat de marktprijzen vanaf april dit jaar onder de kritische kostprijs liggen waarbij de toegerekende kosten niet betaald worden, laat staan de vaste kosten.

De gemiddelde opbrengstprijs per afgeleverd kalf ligt dit jaar 150 euro onder het normale niveau. Voor een volwaardig gezinsbedrijf betekent dat een verlies van 200.000 tot 300.000 euro over heel 2020. Deze kalverbedrijven verliezen dit jaar samen 50 tot 70 miljoen euro, wat neerkomt op ongeveer 25 miljoen per kwartaal. Naast een financiële ondersteuning aan deze bedrijven pleit LTO Nederland ook voor een Europese particuliere opslagregeling die marktondersteunend kan werken. Deze regeling was er alleen voor dieren ouder dan acht maanden, maar er ook behoefte is aan een regeling voor jongere dieren.