%27+Belangen+van+elkaar+meenemen+in+opfok+kalveren%27
Nieuws

' Belangen van elkaar meenemen in opfok kalveren'

Harmen Endendijk is hoofd R&D bij Alpuro Breeding – onderdeel van VanDrie Group - en runt ook nog een melkveebedrijf met vijftig koeien. Als hij naar de toekomst kijkt, ziet hij een scenario opduiken waarbij een melkveehouder zijn kalf al bij de geboorte verkoopt aan een kalverintegratie waarna beide samen afspraken maken over het voer en de verzorging van het kalf.

Er komt veel op melkveehouders af. Je zou bijna het overzicht verliezen.
“De grote issues van dit moment zijn natuurlijk stikstof, de PAS-melders en het wegvallen van de derogatie. Door dit laatste komen er ook weer vraagtekens rondom de fosfaatrechten die destijds gekoppeld zijn aan de derogatie. Het zijn onzekere tijden. Daar komen de hoge voerkosten nog eens bij. Ik zie grote inkomensverschillen ontstaan tussen melkveebedrijven. Boeren met veel grond en weinig aankoop van voer hebben veel minder last van de hoge grondstofprijzen dan boeren met weinig grond.”

En dan spelen er nog andere discussies; zoals kalveren die in de toekomst wellicht langer op het melkveebedrijf blijven en een verbod op individuele huisvesting. Wat merk je daar van?
“Op dit moment vallen die zaken voor melkveehouders onder de ‘kleine’ dingen. Maar ze zijn er wel mee bezig. Als kalveren in de toekomst minimaal vier weken op een melkveebedrijf blijven, wordt de zorg voor het kalf nog meer verdeeld tussen melkveehouder en kalverhouder. Want kalveren die een melkveehouder niet nodig heeft, gaan niet meer automatisch weg na veertien dagen. Het wordt dan nog belangrijker om kalveren een goede start te geven. Anders krijgt een melkveehouder de problemen op zijn eigen bedrijf om de oren, zoals diarree en longontsteking.”

Wat houdt een goede start in?
“Biest is key. Zonder biest overleeft een kalf niet. Met weinig of slechte biest is de kans groot dat het dier ziek wordt. Wil je problemen voor blijven, dan gelden de vier V’s: zo vlug mogelijk na de geboorte biest, zo veel mogelijk, zo vaak mogelijk en zo vers mogelijk. Voor een goede afweer heeft een kalf 250 gram antistoffen nodig. Afhankelijk van de biestkwaliteit komt dit neer op 3 tot 6 liter biest gedurende de eerste levensdag. Voor elke volwassen koe zijn de eerste slokken biest de belangrijkste voeding in haar leven. Dat geldt ook voor kalveren die naar de kalverhouderij gaan.”

Dierenartsen zeggen dat de gezondheidszorg op het melkveebedrijf en op het kalverbedrijf als één geheel gezien moet worden. Onderschrijf je dat?
“We moeten ons realiseren dat wij als melkveehouders een ‘grondstof’ leveren voor de volgende schakel. Een stierkalf is geen bijproduct van de melkveehouderij. Het is het startpunt van de kalverhouderij, dus een waardevol onderdeel. Van die kant begrijp ik de gedachte dat voor kalverhouders een goede gezondheidszorg begint op het melkveebedrijf.”

Beide sectoren lijken steeds afhankelijker van elkaar te worden. Herken je dit?
“Jazeker. We moeten blij zijn dat deze twee sectoren naast elkaar bestaan en gezond zijn. Ook moeten we überhaupt blij zijn dat we een kalversector hebben. Dat realiseer je pas als je in landen bent waar geen kalversector is, zoals in Australië of Groot-Brittannië. In Australië bijvoorbeeld worden veel pasgeboren kalveren opgehaald en als bobby calf geslacht. Daar beur je als melkveehouder niets voor of je legt zelfs geld toe. In Groot-Brittannië werden tot voor kort veel stierkalveren direct na de geboorte gedood. In Nederland hebben we gelukkig de situatie dat er 0 tot 400 euro voor een kalf betaald wordt, afhankelijk van kwaliteit en ras. Voor goede gezonde kalveren krijgen we dus een mooie prijs. We moeten blij zijn dat wij er een sector naast hebben die alle kalveren afneemt en er voor wil betalen.”

Is het onderlinge besef er voldoende dat melkveehouderij en kalverhouderij elkaar nodig hebben?
“Laat ik vooral voor mezelf spreken. Ik ben melkveehouder en ben na mijn studie bij Alpuro gaan werken; een bedrijf van VanDrie Group. Ik keek toen anders naar de kalverhouderij dan nu. Ik wist onvoldoende hoe het er aan toe ging. Mijn mening was gebaseerd op vooroordelen. Dat zal over en weer tussen melkveehouders en kalverhouders nog steeds zo zijn. Vanuit de melkveehouderij moeten we wel beseffen dat de kalverhouderij de overshotten afneemt – kalveren, weipoeder en magere melkpoeder – en deze tot waarde brengen. De kalverhouderij draagt 2 cent bij in de opbrengst van 1 liter melk. Bij hoge melkprijzen, zoals nu, is dat 3 cent. Dat is aanzienlijk.”

Hoe zie je de toekomstige relatie tussen melkveehouderij en kalverhouderij?
“Ik sluit niet uit dat er scenario’s komen waarbij een melkveehouder zijn kalf verkoopt aan een kalverintegratie op het moment dat dit kalf geboren wordt. Dus dat de integratie direct eigenaar wordt maar het dier nog wel bij de melkveehouder blijft staan. Melkveehouder en integratie maken dan samen afspraken over welke zorg de kalveren moeten krijgen - bijvoorbeeld welk voer en welke gezondheidszorg – en welke prijs daar tegenover staat. In zo’n onderlinge afspraak kun je elkaars belangen meenemen.”

Een interessante gedachte.
“Je zou kunnen bedenken dat melkveehouder en kalverintegratie afspraken maken voor bijvoorbeeld een jaar. Er ontstaat dan een motivatie voor de melkveehouder om de kwaliteit van de kalveren verder te verbeteren en aan te laten sluiten op de kalverhouderij. Hier tegenover staat dan een vaste waarde.”

Je ziet dit idee eerder gebeuren dan de scenariostudies van voormalig minister Schouten?
“Ik zie eerder gebeuren dat we onze huidige structuur van melkveehouderij en kalverhouderij verbeteren, dan dat we naar een nieuwe structuur gaan zoals voorgesteld in de scenariostudies. Ik zie namelijk niet gebeuren dat melkveehouders alle stierkalveren aanhouden tot minimaal drie maanden of tot slachtrijpe leeftijd. De huidige structuur verbeteren biedt meer kansen. We moeten zorgen dat we het samen goed voor elkaar hebben, vooral rondom de kwetsbare weken, zodat er geen maatschappelijke discussies ontstaan over onze houderij.”

Harmen Endendijk (45)

2002: Afgestudeerd aan Wageningen Universiteit
2010: hoofd nutritie Alpuro
2019: hoofd R&D Alpuro Breeding
Houdt samen met zijn ouders en een medewerker 50 melkkoeien in Ermelo (Gld).

Agenda

    Er zijn momenteel geen evenementen gepland

Meer agenda

De Stoppersregeling

Alle antwoorden op veel gestelde vragen

Klik hier

Stelling

Loading

Weer

  • Zaterdag
    17° / 7°
    90 %
  • Zondag
    16° / 9°
    20 %
  • Maandag
    17° / 8°
    70 %
Meer weer