LTO niet eens met 'minder dieren'-standpunt Rli

LTO Nederland is het niet eens met het standpunt van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) om de klimaatdoelen te halen door de veehouderij te krimpen.

In verband met het akkoord van Parijs zal Nederland de uitstoot van broeikasgassen in 2050 met 95 procent moeten verminderen ten opzichte van 1990. De raad stelt dat de veehouderij op dit ogenblik 10 procent van de totale uitstoot van broeikasgassen in Nederland voor zijn rekening neemt. In 2050 zal de CO2-emissie vanuit de landbouw dan beslag leggen op de totale hoeveelheid van 10 Mton CO2-equivalenten broeikasgas die Nederland mag uitstoten. Minder productieruimte voor de veehouderij en een ander eetpatroon van consumenten is de enige oplossing, vindt de raad.

LTO Nederland erkent dat de klimaatdoelen van het Parijs-akkoord met name de veehouderij voor extra uitdagingen stelt. Goed beschouwd komt het advies van de raad overeen met de richting die de Nederlandse veehouderij al lang is ingeslagen, stelt LTO: kringlopen herstellen, streven naar volledige circulariteit, verminderen van de uitstoot van broeikasgassen, andere samenstelling van veevoer, nieuwe stalsystemen en het verbeteren van de bodemkwaliteit.

Volgens LTO levert de veehouderij langs een andere weg, waar de RLI niet op ingaat, ook een stevige bijdrage aan verlaging van de uitstoot van broeikasgassen zoals afgesproken in het klimaatakkoord van Parijs, namelijk met de productie van groene energie zoals wind, zon en biogas. Maar ook door precisielandbouw (minder brandstof voor trekkers) en minder kunstmest, wordt bijgedragen aan een verlaging van de uitstoot van CO2 .

Volgens LTO ligt de Nederlandse land- en tuinbouw volledig op schema en is de land- en tuinbouw een deel van de oplossing voor veel maatschappelijke vraagstukken. LTO Nederland vindt het daarom een gemis dat de Rli in haar rapport maar met één conclusie komt, namelijk: minder dieren. De veestapel zal uit zichzelf wat krimpen als gevolg van een veranderende vraag van de markt, stelt LTO. Daarin hoeft de overheid niet in te grijpen.

Lees het volledige rapport van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur