Hoe nu verder in Noord-Brabant?

Vrijdag 7 juli 2017 heeft Provinciale Staten van Noord-Brabant ingestemd met de versnelling van de verduurzaming van de veehouderij. Hoe nu verder in Noord-Brabant? Een gesprek met LTO-vakgroepvoorzitter Wim Thus.

Wat zijn de consequenties voor Brabantse kalverhouders?
“Als het aan Provinciale Staten ligt, moeten kalverstallen ouder dan twintig jaar vóór 1 januari 2022 emissiearm gemaakt zijn met de best beschikbare methode. Vervolgens moeten in 2028 de emissie per bedrijf teruggebracht zijn met 85 procent. Kalverhouders, maar ook andere veehouders, die willen uitbreiden, moeten stalderen. Dit houdt in dat voor elke vierkante meter staluitbreiding, elders in de regio 1,1 vierkante meter stal moet worden afgebroken. Hiermee wil de provincie leegstand en verrommeling van het landschap tegengaan. Daarnaast worden de eisen aan de BZV-score nog verder opgevoerd.”

De best beschikbare methode om de emissie terug te brengen is een luchtwasser.
“Dat klopt. En hier zit ook meteen het pijnpunt. Kalverhouders hebben veelal verschillende kleine stallen. Het verplichten van een luchtwasser op deze stallen kost 150 tot 400 euro per kalverplaats. Daarnaast zijn er extra kosten voor gebruik en onderhoud van de wassers. De jaarlijkse lasten komen daarbij uit op 30 euro per kalf, minimaal het dubbele dan waar het onderzoeksbureau vanuit gaat dat voor de provincie de berekeningen heeft gemaakt. Dit bureau geeft op basis van eerdere beoordelingen van de wetgever aan dat een kostenverhoging met ten hoogste 3 procent redelijk wordt geacht. De onderzoekers vonden echter voor de kalverhouderij een jaarlijkse kostenstijging van 5 procent reëel met als argument, wat letterlijk op papier staat, dat integraties het hogere bedrag mogelijk zouden compenseren voor de Brabantse kalverhouders. De waanzin ten top. Alsof de marktpartijen voor Noord-Brabant een uitzondering zouden maken!? Hoezo level playing field? De werkelijk kosten komen volgens onze eigen berekeningen uit op een jaarlijkse kostenstijging van minimaal 10 procent.”

Hoe nu verder?
“Provinciale Staten hebben op 7 juli ingestemd met nieuw beleid. Over de concrete invulling van dit beleid is nog niets bekend. Is een luchtwasser echt de enige oplossing voor kalverhouders? En wanneer is een stal twintig jaar oud? Geldt het initiële bouwjaar ook als de stal later nog verbouwd is of de vergunning gewijzigd is? Hoe verhouden de nieuwe verplichtingen zich met gemeentelijk en nationaal beleid? Veel is nog onduidelijk. We zullen kijken waar we onze invloed nog op uit kunnen oefenen. Daarnaast start ZLTO een juridische procedure tegen de provincie. Binnen ZLTO zullen wij pleiten voor de bijzondere status van de kalverhouderij. De maatregelen raken ons onevenredig hard. Waar de jaarkosten van kalverhouders met minimaal 10 procent zullen stijgen, wordt er bij de overige veesectoren vanuit gegaan dat deze kosten met maximaal 1,5 procent omhoog zullen gaan. We willen dus kort aangesloten blijven. Als collectief moeten we ons maximaal inspannen om dit voorgestane Brabantse beleid van tafel te krijgen.”

ZLTO en VVK zullen binnen enkele weken een bijeenkomst beleggen voor kalverhouders in Noord-Brabant waarin de status tot nu toe en de mogelijke vervolgstappen besproken worden.