Droge stof in mest blijft stijgen

Het lukt SMG dit jaar niet om de hetzelfde aantal kuubs te verwerken als vorig jaar. Reden is de sterke stijging van het drogestofgehalte in de aangeleverde mest.

Mest die op dit moment wordt aangeleverd heeft een drogestofpercentage van meer dan 4,5 procent. Dit is bijna een procent meer dan in het eerste helft van 2016. “De installaties draaien maximaal”, zegt SMG-voorzitter Henk Van Dronkelaar. “Maar door de toename van de droge stof loopt de capaciteit in kuubs enigszins terug.”

Een van de redenen van de toename is de hogere krachtvoergift aan kalveren. Dit proces is al meerdere jaren gaande. Waar eerst enkele integraties de hoeveelheden vast voer opschroefden, is het tegenwoordig gemeengoed bij alle voerfirma’s, handelaren en integraties. Daardoor blijft het percentage stijgen.

Een oplossing om de capaciteit van SMG te verhogen is wanneer kalverhouders het dikke deel van de mest naar elders afvoeren. “Ik vermoed echter dat onze verwerkingskosten zeer concurrerend zijn”, zegt Van Dronkelaar. “Het is niet eenvoudig om een partij te vinden die de dikke mest voor minder geld meeneemt.” Wel waarschuwt hij kalverhouders dat de afzetkosten per individueel bedrijf oplopen wanneer er mest wordt geleverd met meer droge stof.

Ondanks de stijging van de droge stof, zal de verwerkte hoeveelheid in 2017 boven de 700.000 kuub liggen waarmee meer mest verwerkt wordt dan in de jaren 2012 tot 2015.

Meer over de verwerking van mest staat in De Kalverhouder die zaterdag 12 augustus verschijnt.