Sectorale benadering antibioticabeleid

Staatssecretaris Martijn van Dam heeft een plan gepresenteerd om met een aanpak per veehouderijsector het antibioticagebruik verder te verminderen. Vooral bedrijven in de oranje en rode groep zullen extra stappen moeten zetten.

De sectorale aanpak wordt ingezet nu de totale reductie over alle veehouderijsectoren afvlakt. Deze reductie is 58,4 procent ten opzichte van het gebruik in 2009, maar in 2015 werd met 0,65 procent slechts een zeer kleine winst geboekt in het terugdringen van het antibioticagebruik. Het doel van de overheid blijft om het gebruik te verminderen met 70 procent ten opzichte van 2009. Met een aanpak per sector hoopt de overheid dat de veehouderij deze laatste stap kan zetten.

In 2016 wordt er in de kalver-, pluimvee-, en varkenssector onderzoek gedaan naar kritische succesfactoren op praktijkbedrijven. In dit onderzoek worden ‘rode bedrijven’ intensief begeleid bij een verdere reductie en worden de succesfactoren getoetst op hun effectiviteit. Medio 2017 zullen de onderzoeksresultaten meer inzicht geven in de reductie en zullen bedrijven die nu in de rode en oranje groep zitten maatregelen moeten nemen die volgens het onderzoek effectief blijken.

Halverwege volgend jaar zullen de onderzoeksresultaten ook meer inzicht geven in vermijdbaar en onvermijdbaar gebruik. Op basis hiervan zal de autoriteit diergeneesmiddelen (SDa) vanaf 2017 de benchmarkwaarden per sector aanscherpen en komen tot definitieve waarden waaraan de sector zich dient te houden.

Naast het in kaart brengen van de succesfactoren op kalverbedrijven ziet de overheid ook veel voordelen voor de kalvergezondheid wanneer BVD en IBR bestreden worden, er meer vaccinaties worden verricht en er een beter hygiënebeleid wordt toegepast. Samen met de melkvee-, kalverhouderij en dierenartsen zal de overheid vervolgstappen hierin stimuleren.  

Naast de aanpak in de grote sectoren richt de overheid zich ook op zorgvuldig, terughoudend gebruik en reductie van antibiotica in de kleine diersectoren (waaronder de konijnen- en geitenhouderij) en gezelschapsdieren.