Mestbeleid: weinig veranderingen

\n\n

\n Druk op plaatsingsruimte voor mest neemt toe\n

\n Mestbeleid:
\n weinig veranderingen\n

\n Met het nieuwe mestbeleid voor 2006 verandert er voor\n kalverhouders niet zoveel ten opzichte van de\n Minas-systematiek. Wegen, bemonsteren en analyseren van mest\n zijn bekende zaken, alleen mesttransport met GPS komt erbij.\n Gebruiksnormen voor stikstof en fosfaat zullen de ruimte van\n mestafzet beperken. Dit werkt prijsopdrijvend. Een meevaller is\n dat mestproductierechten voor kalveren verdwijnen.\n

\n Boeren in Nederland krijgen vanaf 2006 te maken met nieuwe\n mestregels. Er gelden dan zogenoemde gebruiksnormen. Deze\n stellen een maximum aan de hoeveelheid meststoffen die een\n agrariër op zijn land mag gebruiken. Er komen drie soorten\n gebruiksnormen: voor de hoeveelheid dierlijke mest; voor de\n totale stikstofbemesting en voor de totale fosfaatbemesting.\n Kalverhouders zetten stikstofrijke drijfmest af en hebben dan\n meer grond nodig, vanwege de aangescherpte normen voor de\n aanwending van dierlijke mest. Dit heeft een prijsopdrijvend\n effect.
\n Kalverhouders zullen verder elk jaar opnieuw moeten aantonen\n dat ze alle overschotten verantwoord afgezet hebben. Zowel\n rosé- als witvleeskalverhouders zullen een stalbalans bij\n moeten houden. De aan- en afvoer van mineralen van dieren,\n voer, mest en gasvormige verliezen van stikstof moeten ze\n registreren. Deze systematiek komt overeen met Minas. Ook\n mesttransporten met een GPS-systeem komt er als voorwaarde\n bij.
\n Commissie Welschen werkt alte rnatieve vormen v an mestafzet\n uit, zoals het boer-boertransport. Kalverhouders met vaste\n contracten met akkerbouwers kunnen zelf afspraken maken over\n het afzetten van mest en hoeven mogelijk niet alle mest te\n wegen, te bemonsteren en te analyseren. Het advies over\n alternatieve mestafzetmogelijkheden gaat voor de zomer naar de\n minister.
\n Nieuw in het mestbeleid is het vastleggen van\n mineralenvoorraden met dieren en mest. Mestvoorraden zijn niet\n verboden, alleen het gebruik van mest is aan grenzen gebonden.\n De voorraadsystematiek wordt in de loop van 2005 vastgesteld.\n Overschrijding van de gebruiksnormen per jaar is niet\n toegestaan en zal bestuursrechterlijk (boetes) dan wel\n strafrechterlijk (bij zeer ernstige overtredingen) worden\n gesanctioneerd. Verder worden mestproductierechten voor\n kalveren afgeschaft per 1 januari 2006.\n

\n Geen verrekening\n

\n De maximale norm voor aanwending van stikstof uit dierlijke\n mest wordt 170 of 250 kilo stikstof in de nieuwe mestwet. Het\n eerste getal komt uit de Europese Nitraatrichtlijn. Het tweede\n geldt voor bedrijven waarvan minimaal 70 procent van het totale\n areaal bestaat uit grasland (derogatie). De gebruiksnorm voor\n de totale stikstofbemesting heeft betrekking op de stikstof uit\n kunstmest, werkzame stikstof uit dierlijke mest en overige\n meststoffen. Zo heeft drijfmest van vleeskalveren een\n werkingscoëfficiënt van 60 procent. Bij aanwending van 170 kilo\n stikstof is 102 kilo benutbaar. Kunstmeststikstof mag de rest\n van de gebruiksnorm aanvullen. Per grondsoort en gebruik gelden\n aparte normen (Tabel 1).
\n De fosfaatgebruiksnorm gaat over de totale bemesting met\n fosfaat uit kunstmest, dierlijke mest en overige meststoffen.\n Deze norm is alleen verschillend voor grasland en voor bouwland\n (Tabel 2). Net als bij stikstof is verrekening tussen jaren\n niet mogelijk.\n

\n \n \n \n \n \n
\n

\n Tabel  1.\n Vastgestelde gebruiksnormen stikstof voor grasland en\n maïs \n \n

\n

\n

\n (kilo per hectare per\n jaar)

\n

\n

\n

 

\n

\n

\n                                   \n Bemestingsadvies        \n 2006    \n 2007    \n 2008    \n 2009

\n

\n

\n Grasland (met\n beweiden)

\n

\n

\n Klei                                         \n 345                 \n 345      \n 345      \n 325       310\n

\n

\n

\n Veen                                       \n 265                 \n 290      \n 290      \n 265       265\n

\n

\n

\n Zand en löss                \n            \n 315                 \n 300       290\n      \n 275       260\n

\n

\n

\n

 

\n

\n

\n Grasland (100 procent\n maaien)

\n

\n

\n Klei                                         \n 385                 \n 385       385\n      \n 365       350\n

\n

\n

\n Veen                                       \n 300                 \n 330       330\n      \n 300       300\n

\n

\n

\n Zand en löss                \n            \n 355                 \n 355       350\n      \n 345       340\n

\n

\n

\n

 

\n

\n

\n Maïs

\n

\n

\n Klei                                         \n 160                 \n 160       160\n      \n 160       160\n

\n

\n

\n Zand- en löss*              \n            \n 160                 \n 155       155\n      \n 155       150\n

*Op zand- en l? ?ssgronden wordt\n het tel en van een vanggewas na maïs verplicht.\n
\n \n \n \n \n \n
\n

\n Tabel 2. Gebruiksnormen fosfaat voor\n gras- en bouwland

\n

\n

\n (kilo per hectare per\n jaar)

\n

\n

\n

 

\n

\n

\n                                   \n 2006                \n 2007                \n 2008    \n

\n

\n

\n            \n  

\n

\n

\n Grasland                     \n 110                 \n 105                 \n 100

\n

\n

\n Bouwland*                      \n 95 (85)           \n 90 (85)             \n 85       

\n

\n

\n * Tussen haakjes: maximaal aantal kilo\n fosfaat uit dierlijke mest.

\n

\n

\n Piekperiode\n

\n Het uitrijverbod wordt vanaf 2006 ook aangescherpt voor\n bouwland op klei- en veengronden. Nu geldt een uitrijverbod\n voor dierlijke mest op zand- en lössgronden vanaf 1 september\n tot 1 februari. Drijfmest aanwenden op grasland op klei- en\n veengronden mag niet in de periode van 16 september tot 1\n februari. Het geleidelijk verdwijnen van najaarsaanwending van\n mest leidt tot een uitrijpiek in het voorjaar. Voldoende\n opslagcapaciteit wordt daarom steeds belangrijker.
\n Per 1 januari 2005 zijn extra eisen gesteld aan de minimum\n mestopslagcapaciteit. Elk veebedrijf moet de periode van 1\n september tot 1 maart kunnen overbruggen. De opslag mag kleiner\n zijn, mits de veehouder kan aantonen dat de overtollige mest op\n een milieuverantwoorde wijze van het bedrijf wordt afgevoerd.\n Uitgangspunt is dat de kalverhouder bij controle aannemelijk\n moet maken dat hij over voldoende opslagcapaciteit beschikt. De\n benodigde opslagcapaciteit sluit aan op de werkelijke\n stalbezetting in de betreffende periode en h oeft dus niet ove\n reen te komen met de stalcapaciteit of de vergunde\n veebezetting.
\n

\n \n\n

Agenda

    Er zijn momenteel geen evenementen gepland

Meer agenda

De Stoppersregeling

Alle antwoorden op veel gestelde vragen

Klik hier

Stelling

Loading

Weer

  • Dinsdag
    23° / 12°
    30 %
  • Woensdag
    19° / 15°
    90 %
  • Donderdag
    20° / 13°
    50 %
Meer weer